Gegevensoverdracht via de RS232-interface
Sluit uw compatibele laptopcomputer aan op het
autotelefoonsysteem met de adapterkabel (D-SUB9 naar
10-pins Western) die u bij de autotelefoon hebt ontvangen.
Voor gegevensoverdracht tussen de autotelefoon en een
compatibele laptop moet u de 10-pins connector in de poort op
de radio-eenheid steken. Steek de connector van de
D-SUB9-kabel in de laptop. U kunt ook een compatibel mobiel
faxapparaat aansluiten. Zie "Overzicht van de autotelefoon en
bijbehorende apparatuur" op pagina 7 voor meer informatie.
Voor gebruik van de modem moet u op de laptop een
overdrachtssnelheid instellen van 19200 bps (standaard). Voor
meer informatie kunt u de website van Nokia raadplegen:
http://www.nokia.com.
Installatie
57