 
Microfoon MP-2 (5)
Opmerking
Gebruik alleen de microfoon MP-2 die bij de 
autotelefoon is geleverd. Als u een andere microfoon 
gebruikt, zoals een apparaat dat al in de auto is 
geïnstalleerd, kan dit de telefoon storen, bijvoorbeeld als 
gevolg van ruis.
Monteer de handenvrije microfoon op ongeveer 30 cm afstand 
van het hoofd van de gebruiker en zorg dat de microfoon naar 
de mond van de gebruiker is gericht. Uit ervaring blijkt dat u de 
microfoon het beste bij de achteruitkijkspiegel of links van de 
zonneklep kunt bevestigen. Zorg ervoor dat de microfoon de 
besturing en werking van het voertuig niet hindert. Het wordt 
aangeraden de microfoon op ten minste één meter afstand van 
de luidspreker te monteren zodat u geen echo hoort.
Zorg ervoor dat de microfoon niet in de luchtstroom van de 
ventilatoren komt te zitten. Leg de microfoonkabel niet in het 
verwarmings-, ventilatie- of aircosysteem. Bevestig de 
microfoon met het meegeleverde dubbelzijdige plakband om te 
voorkomen dat geluid van de carrosserie binnen in de auto te 
horen is.
Wanneer u gebeld wordt en opneemt of wanneer u iemand belt 
en verbinding krijgt, wordt de autoradio automatisch 
uitgeschakeld en wordt overgeschakeld naar de luidspreker van 
de autotelefoon.